Spaanse rituelen

over schoonheid en zweet, God en stieren

Introductie

In de grote steden van Andalusië, zoals Sevilla, Granada, Córdoba, Málaga en Jerez de la Frontera, zijn tientallen broederschappen van de Semana Santa actief, zodat er in de Goede Week iedere dag meerdere processies zijn, die je dus nooit allemaal kunt volgen. In al die steden heb ik in de loop van de jaren een of meerdere Semana Santa’s meegemaakt, maar toen ik besloot om er wat dieper in te duiken omdat ik vermoedde dat die antieke processies wel eens relevant zouden kunnen zijn voor de eenentwintigste eeuw, bedacht ik dat een wat kleinere plaats een betere optie zou voor mijn onderzoek. Een dorp of stadje met een levendige Semana Santatraditie en een flink aantal broederschappen, maar niet zo veel dat ik noodgedwongen pijnlijke keuzes zou moeten maken.

XX

En ik vond Arcos de la Frontera. Een beeldschoon wit stadje op een rots, met buitenwijken die als blinkende subtropische gletsjers het dal in glijden. Arcos begon in de vijfde eeuw als een Visigotische nederzetting en ontwikkelde zich na de machtsovername door Noord-Afrikaanse moslims tot een vestingstadje rond het Moorse alcázar, op de grens tussen christelijk en islamitisch Spanje. Het werd in 1255 door de christelijke koning Alfonso de Wijze veroverd, wat tegenwoordig wordt herdacht als de ‘bevrijding van Arcos’, maar daar dachten de islamitische inwoners destijds waarschijnlijk anders over.

De oude binnenstad draagt nog de kenmerken van die Moorse vesting hoog op een rots, met aan de voet de rivier de Guadelete als een slotgracht er omheen. Het is veilig, maar wel een beetje behelpen wat de ruimte betreft: een kluwen van hellende nauwe straatjes, op elkaar gepropte piepkleine huisjes, patio’s en binnenplaatsjes en hier en daar een vervallen palacio.

Arcos bleek perfect. Tien broederschappen van de Semana Santa, tien processies mooi verdeeld over de Goede Week, de schitterende architectuur van de oude binnenstad als achtergrond, en ontzettend aardige mensen. Tussen 2013 en 2017 heb ik daar iedere voorjaar een week of zes doorgebracht om de processies, maar vooral ook de voorbereidingen daarvan, te kunnen meemaken.